De Geschiedenis van de Lijst

Al Eeuwen Lang Handwerk

Lijsten maken is een vak met een rijk verleden. Rond de 13e eeuw werden frescos voorzien van geschilderde banden als een soort omlijsting, en dat zette zich voort bij de eerste op paneel geschilderde voorstellingen waar de vaak iets verhoogde randen als een omlijsting werkte.

Gedurende de 14e eeuw ontwikkelde de omlijsting zich tot een architectonisch beeldhouwwerk, op dezelfde wijze bewerkt als het paneel, veelal als altaarstuk. Daardoor was het moeilijk te zien waar het schilderij eindigde en de lijst begon; zo sterk waren deze een onlosmakelijke eenheid.

Snel werd echter duidelijk dat als de lijsten niet meer een vast onderdeel van het paneel zouden zijn, maar apart vervaardigd zouden worden, er ook een betere conserverende functie van uit zou gaan.

Als gevolg zien we in de 15e eeuw steeds meer het architectonische karakter verdwijnen en plaats maken voor op zich zelf staande gladde vergulde en beschilderde profiellijsten, maar ook nu nog gemaakt onder supervisie van de kunstenaar, die de lijsten vaak voorziet van geschilderde teksten en fraaie details.

In de 16e eeuw, tijdens de renaissance, gaan de kunstenaars, en met name in Italie, weer verder en maken van de lijsten weer ware kunstwerken, volledig passend bij de schilderijen. Kunstenaars als Botticelli en Michelangelo ontwerpen zelf de lijsten voor hun werken en laten ze uitvoeren door de beste houtsnijders die er ooit geweest zijn. In deze tijd worden de fundamenten gelegd voor de lijsten in de volgende eeuwen.

Andere Handen, Andere Lijsten

Aan het begin van de 17e eeuw is de tijd dat de kunstenaar de lijsten ontwierp voorbij, en worden de lijsten meer en meer ontworpen door meubelmakers.

Waar Italie tot dit moment de stijl bepaalde, gaat het leiderschap nu over in Franse handen. Franse ontwerpers domineren, en er ontstaan typische stijlen als Louis XIII lijsten, gekenmerkt door doorlopende ornamenten en Louis XIV, waar de doorlopende ornamenten onderbroken worden door hoeken en middels.

Ook in Nederland is de schilderijlijst in ontwikkeling. In de 17e eeuw raakt de zwarte ebben houten lijst in de mode. Deze complementeerde schilderijen uit die tijd vaak beter dan de uitbundig versierde lijsten, die de welgestelden in die tijd echter meestal verkozen; statusgevoeligheid is kennelijk van alle tijden.

Johan Lutma, een Amsterdamse edelsmid, was een meester in het vervaardigen van deze uitbundige lijsten, die dan ook nu nog bekend staan als de Lutmalijst.

Ontwikkeld en Uitontwikkeld

Tijdens de Regence, in de 18e eeuw, worden de profielen dieper, met alleen hoeken en middels maar zonder de tussenornamenten zoals bij Louis XIV.

Deze stijlvorm ontwikkelde zich door in de periode Louis XV tot de zo kenmerkende rococostijl. Druk maar elegant, met vloeiende lijnen en opengewerkte ornamenten, een feest per lijst.

In een reactie hierop volgt het neoclassicisme tegen het eind van de 18e eeuw, met strakkere en simpeler profielen, sober versierd met parel- en lintmotieven, soms extra voorzien van guirlandes op boven- en zijkanten.

In de 19e eeuw verandert de stijl in Empire. Zijn de lijsten tot dan toe nog altijd gebeeldhouwd, voor het eerst zien we lijsten verschijnen met gegoten gipsen ornamenten, en ornamenten gemaakt van pate. Het wordt mogelijk om een soort van massaproduktie toe te passen en het vak van lijsten maken krijgt een ander karakter. Er onstaat iets van onverschilligheid ten aanzien van de keuze van de lijst; veel schilderijen worden in die tijd voorzien van zo’n type in hard goud vergulde lijst, waarvan de verenlijst het bekendste voorbeeld is. Of zo’n lijst het kunstwerk ten goede zou komen, is een vraag die in die tijd van minder belang lijkt te zijn geweest.

Gelukkig wordt later in de 19e eeuw de band tussen schilderij en lijst weer veel intiemer, mede door de opkomst van de impressionisten. Hun afwijzing van wat in alle voorgaande eeuwen was gedaan, op zoek naar een nieuw begin, een nieuw elan, vond ook zijn weerslag in de manier van inlijsten. Aangezien hard goud slecht samenging met vooral hun veel toegepaste oranjetonen begonnen de impressionisten de lijsten af te bijten met zoutzuur, het zogenaamde decaperen, waardoor een soort witte patine ontstond met restanten van goud. In deze periode zie je dezelfde intense bemoeienis van de kunstenaar met de lijst als in de 16e eeuw.

Vervolgens in de Art Nouveau periode is het niet alleen meer van belang dat de lijst het schilderij steunt, maar evenzo of het stijltechnisch in het interieur paste, dat geheel in deze stijl werd ingericht.

Sindsdien heeft de lijst geen noemenswaardige ontwikkeling meer doorgemaakt, en grijpen we terug op dat rijke verleden. Daarbij kan het interessant zijn om een schilderij uit de ene periode te voorzien van een lijst uit een geheel andere tijd, maar doorgaans is onze ervaring; hoe stijlvaster hoe beter.